Eén op de vijf Nederlanders heeft weleens last van de schouder. Conservatieve behandeling kan verlichting van de klachten geven. Bij onvoldoende verbetering, kan plaatsing van een schouderprothese worden overwogen. Een schouderprothese is een chirurgische ingreep waarbij een kunstgewricht wordt geplaatst in plaats van het beschadigde of versleten schoudergewricht. Schouderprotheses worden meestal uitgevoerd bij mensen met ernstige artrose.
Het doel van het plaatsen van een schouderprothese is om de pijn te verminderen en de bewegingen van de schouder te verbeteren. In Nederland worden per jaar circa 3000 primaire schouderprothesen geplaatst en dit aantal is nog steeds toe aan het nemen. Er zijn verschillende soorten prothesen, zoals de reguliere anatomische prothese, de omgekeerde prothese en de hemiprothese (halve prothese). De keuze van de prothese is afhankelijk van de aandoening en andere kenmerken van de patiënt. In 2019 was ongeveer 75% van de geplaatste prothesen een omgekeerde schouderprothese, 20% een anatomische schouderprothese en 5% een halve schouderprothese.
De schouder is een gewricht dat de bovenarm verbindt met het borstbeen, de schouderbladen en de wervelkolom. Het is het meest mobiele gewricht in het lichaam en kan alle richtingen bewegen. De schouder is opgebouwd uit drie botten: de humerus (bovenarm), het scapula (schouderblad) en het coracoid (het kleine uitsteeksel aan de voorkant van het schouderblad). De humerus articuleert met het scapula in het glenoïdale gewricht, een komvormig gewricht dat de bovenarm vasthoudt. Het glenoïdale gewricht wordt ondersteund door een ringvormig kraakbeen, de labrum, en een groep spieren en pezen, de rotator cuff.
De rotator cuff is verantwoordelijk voor het stabiliseren van de schouder en het mogelijk maken van een breed scala aan bewegingen. Een letsel aan de rotator cuff kan er voor zorgen dat men zijn of haar arm niet meer goed kan heffen en roteren. Bij (relatief) jonge mensen is er een mogelijkheid om de rotator cuff te hechten en zodoende de functie te herstellen. Indien de kwaliteit van de pees is afgenomen, bijvoorbeeld door leeftijd of doordat het letsel al een tijd aanwezig is, is een reparatie van de pees niet meer mogelijk. Door de compensaties die er ontstaan bij het bewegen van de schouder neemt de kans op artrose / slijtage van de schouder toe. Er kan dan worden overwogen om een schouderprothese te plaatsen.
Er bestaan verschillende soorten schouderprotheses. De orthopeed keuze van de orthopeed voor het zetten van een bepaald type schouderprothese hangt af van de individuele omstandigheden van de patiënt, de leeftijd en het activiteiten niveau.
Anatomie prothese of totale schouderprothese (TSP):
Een totale schouderprothese wordt over het algemeen overwogen bij personen bij wie de rotator cuff intact is en van goede kwaliteit is. Men ziet dit dus met name bij de relatief jongere personen met schouderartrose. Er is dus sprake van een relatief goede kwaliteit van de rotator cuff pezen bij een forse beschadiging en dysfunctie van de kop van de bovenarm en/of de kom op het schouderblad.
Halve schouderprothese (HSP) of hemi-schouderprothese:
Bij een halve schouderprothese wordt enkel de schouderkop vervangen door een metalen component. De schouderkom is nog goed van kwaliteit en wordt derhalve niet vervangen. Ook de halve schouderprothese betreft dus een anatomische variant. De kop en kom functioneren op eenzelfde wijze als bij mensen met een gezonde schouder.
Omgekeerde schouderprothese of reverse schouderprothese:
Een omgekeerde schouderprothese is een operatie waarbij de kop van de bovenarm en de kom van het schouderblad worden omgewisseld. Dit wordt gedaan als de rotator cuff spieren in de schouder onherstelbaar zijn beschadigd. De operatie kan helpen om de pijn in de schouder te verlichten en de arm weer beter te kunnen bewegen.
Na het plaatsen van een schouderprothese door de orthopedisch chirurg start in het ziekenhuis vrijwel direct de revalidatie. Een fysiotherapeut komt aan je bed en instrueert je over de do's & dont's in deze eerste fase. De instructies over het dragen van een mitella of immobilzer worden doorgenomen en de eerste oefeningen worden meegegeven. Na ontslag is het verstandig om onder begeleiding van een fysiotherapeut verder werken aan het herstel. Dit bestaat onder andere uit:
- Instructies met betrekking tot het slapen
- Het in beweging brengen van het schoudergewricht door de therapeut
- Oefeningen die zowel thuis als bij de fysiotherapeut moeten worden uitgevoerd
- Eventueel informatie over pijnstilling (in overleg met de huisarts of specialist)
Het is belangrijk om een fysiotherapeut uit te zoeken die enige expertise heeft opgebouwd in de behandeling van schouderprotheses. De fysiotherapeut moet precies op de hoogte zijn van welke beperkingen er zitten op gebied van de mobiliteit en het oefenen en wanneer er progressie mag worden gemaakt en de patiënt de arm in het dagelijks leven meer mag inzetten.
Bij Fysiotherapie Philipsen & Meijer in Weert & Ell hebben wij de juiste kennis en expertise in huis in de nabehandeling van deze complexe behandeling. Een veelvoud aan patiënten hebben inmiddels de functionaliteit, kracht en beweeglijkheid van hun schouder met onze hulp weer op niveau gekregen.
Binnen de praktijk hebben wij een protocol ontwikkeld voor de nabehandeling van een schouderprothese. Deze reiken we bij intake aan de patiënten uit. We adviseren dan ook om vrijblijvend contact te leggen met onze schouderspecialist om een goed beeld te krijgen van wat de ingreep precies inhoudt. Ook is het prettig om de status van de schouder te kennen vóór de operatie heeft plaatsgevonden. De schouderspecialist doet een grondige analyse om de behandeling ná de operatie zo effectief mogelijk te beginnen.
Een operatie aan de schouder is een grote ingreep. Het is belangrijk om je goed te laten informeren over de risico's en de voordelen van de operatie.
Dit is een vraag die wij regelmatig gesteld krijgen van mensen die in aanmerking komen voor een schouderprothese. Het eerlijke antwoord is: "nee, volledig herstel is normaal gesproken uitgesloten". Dat houdt in: de schouder zal nooit meer 100% functioneren als hoe het functioneerde vóórdat er artrose in de schouder was opgetreden. Dat betekent niet dat er niet veel winst te behalen is. Mensen die in aanmerking komen voor een schouderprothese zijn normaliter fors beperkt in het functioneren en hebben vaak veel pijnklachten. Zij kunnen niet meer deelnemen aan activiteiten of kunnen hun werk niet meer uitvoeren. Het plaatsen van een schouderprothese en een revalidatie op maat kan er voor zorgen dat dit wél weer pijnvrij mogelijk is. De behandeling wordt dus niet ingezet op volledig herstel, maar op het herwinnen van een optimale functie en het terugkeren op hun oude activiteiten niveau. Echter, hieraan zitten natuurlijk ook beperkingen. Bovenhandse sporten of bovenhandse werkzaamheden zijn uitgesloten, evenals contactsporten en zwaar lichamelijke werkzaamheden. Dit kan per individu en per situatie natuurlijk heel verschillend zijn. Onze fysiotherapeuten staan je graag te woord om je vragen hierover te beantwoorden.